Winkelleegstand Zuid-Holland neemt toe

Westlanden 23.11.2011  - De winkelleegstand in de provincie Zuid-Holland neemt de afgelopen maanden fors toe. Momenteel staat ruim 517.000 vierkante meter winkelruimte leeg.

Dat is 9,3% van de totale winkelruimte. Zowel de grote steden als de buitengebieden kampen met leegstand. Dat blijkt uit het Randstad Koopstromenonderzoek 2011 (KSO 2011).

Het KSO 2011 is een omvangrijk onderzoek naar trends en ontwikkelingen van koopgedrag in de Randstad. De resultaten zijn woensdag 23 november 2011 in Leiden gepresenteerd. De hoofdconclusie in het onderzoek is dat er als gevolg van de economische crisis en internet minder gewinkeld wordt en de omzetten sterk terugvallen. Met het overaanbod aan winkelmeters leidt dat tot leegstand, waarvan een toename met name de afgelopen maanden wordt gezien. De cijfers in de Randstad volgen overigens de landelijke trend.

Verschuivingen omzet

Als het gaat om de grote omzetverschuivingen in de Zuid-Hollandse detailhandel zijn met name Alexandrium in Rotterdam en de Haagse binnenstad aan de winnende hand. Maar het aantal dalers overheerst. Vooral de stadscentra van Rotterdam, Leiden, Dordrecht, Gouda, Schiedam en Spijkenisse en Leidsenhage in Leidschendam moeten het qua omzet ontgelden. Een kleinere omzetafname doet zich voor in het Stadshart Zoetermeer, de Bogaard in Rijswijk en de centra van Delft, Alphen aan den Rijn en Vlaardingen.

Behalve het merendeel van de grote centra staan ook de woonboulevards, kleine buurtcentra en de dorpscentra over het algemeen onder aanzienlijke druk. Opvallend is de situatie op Goeree-Overflakkee waar tussen 2004 en 2011 het aantal leegstaande winkelmeters met 365% is gestegen, en waar per 1 januari 2011 15% van de winkels leeg stond.

“Seinen op oranje”

Gedeputeerde Liesbeth Spies van Economische Zaken noemt de situatie van de Zuid-Hollandse detailhandel “zorgelijk”. “Duidelijk is dat de seinen op oranje staan”, aldus de gedeputeerde. “Het KSO 2011 levert het bewijs dat de wereld van de detailhandel fundamenteel verandert. Groei is niet meer langer vanzelfsprekend; de consument van vandaag is een andere dan die van gisteren. In dit nieuwe krachtenspel zal de overheid, maar zeker ook de sector zelf, zich moeten herbezinnen op het tot dusver gevoerde beleid. Het antwoord voor de nieuwe richting is niet zomaar gegeven. Maar bij het bepalen van de nieuwe koers kan dit onderzoek een belangrijke bijdrage leveren.”