College Maassluis beantwoordt vragen na Grip 1 incident Shell Pernis

Maassluis 15.09.2017 - De fractie van CDA heeft collegevragen gesteld aan het college naar aanleiding van het Grip 1 incident bij Shell Pernis.

Het college heeft de vragen als volgt beantwoord.

1. Wanneer bent u als college op de hoogte gesteld van de calamiteiten?

De betreffende wethouder is geïnformeerd via de DCMR na het incident.

2. We gaan ervan uit dat Shell uiteraard volgens wetgeving heeft gehandeld en vernemen graag of Shell de calamiteit zelf heeft gemeld.

De DCMR heeft ons geïnformeerd dat Shell de calamiteit zelf gemeld heeft conform de voorwaarden uit de vergunning.

3. Het langdurig affakkelen van overtollige gassen is toegestaan bij dit incident. Welke alternatieven zijn er naast affakkelen. Hadden de gassen ook afgepompt kunnen worden? Waarom is gekozen voor affakkelen en hoe is de afweging gegaan? En kan dit voorkomen worden in de toekomst?

De DCMR heeft ons geïnformeerd dat fakkelen een veiligheidsvoorziening is bij raffinage en in de chemische industrie om bij onvoorziene omstandigheden de brandbare gassen veilig te kunnen afvoeren en hiermee een fabriek gecontroleerd buiten bedrijf te stellen. Afpompen is in dergelijke gevallen geen optie, omdat de veiligheid bij incidenten dan niet kan worden gewaarborgd.

4. De raffinage fabrieken van Shell werken blijkbaar als keten, in hoeverre heeft deze ketenvorming geleid tot extra affakkelen? En is ketenvorming niet risico vergrotend in dit soort processen?

De DCMR heeft ons geïnformeerd dat raffinage een ketenproces is. Het is niet mogelijk om de schakels in de keten van elkaar los te koppelen zonder het productieproces te onderbreken. Daarom heeft het wegvallen van stroom en stoom op een deel van het terrein geleid tot het door Shell uit bedrijf nemen van fabrieken op een ander deel van het terrein. Bij dit uit bedrijf nemen moet worden gefakkeld.

5. Welke controles (datum en bevindingen) hebben in de afgelopen 18 maanden plaatsgevonden bij Shell Pernis en welke opvolging is daaraan gegeven?

Er hebben BRZO (Besluit Risico’s Zware Ongevallen)- en Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)-inspecties plaats gevonden.

De DCMR heeft ons de volgende informatie verstrekt:

• Bij de BRZO-inspectie in 2016 zijn door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid overtredingen geconstateerd (arboregelgeving).

• Tijdens de wabo inspectie in 2016 is een onvergunde activiteit ontdekt. Niet alle aangetroffen opslagtanks waren opgenomen in de vergunning. Shell heeft inmiddels de aanwezigheid van de tanks gemeld en heeft hiermee de overtreding ongedaan gemaakt. Conform de handhavingsstrategie is bij de wabo-controle in 2017 vastgesteld dat opslag nu voldoet aan de geldende regels.

• In 2017 hebben diverse wabo inspecties plaats gevonden. Naar aanleiding van twee voorvallen in 2016 en 2017 zijn overtredingen geconstateerd met betrekking tot het fakkelen. In 2016 heeft Shell tijdens het fakkelen stankklachten veroorzaakt. In 2017 is een overtreding geconstateerd op het niet roetloos fakkelen. Het bedrijf is hierop aangeschreven in overeenstemming met de sanctiestrategie.

6. Welke sancties staan er op het ontstaan van deze calamiteit? Wanneer wordt bekend of en zo ja welke sanctie wordt opgelegd?

De vervolgacties van DCMR en VRR zijn erop gericht om herhaling te voorkomen en te waarborgen dat Shell maximaal lering trekt uit deze voorvallen. Waar sprake is van overtredingen van wettelijke bepalingen of vergunningvoorschriften wordt gehandhaafd. Daarbij wordt samengewerkt met de Zeehavenpolitie en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW, de voormalige arbeidsinspectie).

De DCMR heeft Shell verplicht tot een nauwkeuring onderzoek van beide incidenten inclusief de incidentbestrijding. Dat onderzoek vraagt een doorlooptijd van zes weken. Het Openbaar Ministerie start in samenwerking met de ISZW strafrechtelijk onderzoek.

7. We begonnen onze inleiding met het incident bij Lyondell, na dit incident bij Lyondell zou DCMR aansturen op een intern onderzoek door het bedrijf. Zijn de uitkomsten hiervan al bekend en zo ja, kunt u deze met ons delen?

De DCMR heeft ons geïnformeerd dat Lyondell door de DCMR namens de provincie Zuid-Holland als bevoegd gezag is aangeschreven. Het bedrijf moet onderzoeken wat de basisoorzaak is van de rookpluim op 28 mei 2017. De termijn voor het indienen van het onderzoekrapport door het bedrijf is nog niet verstreken. De uitkomsten zijn daarom nog niet bekend.