Tot 54 maanden celstraf geëist tegen verdachten overval bouwmarkt Wateringen

Den Haag 10.02.2016 - De officier van justitie in Den Haag heeft op woensdag 10 februari tot 54 maanden cel geëist tegen verdachten van een overval op een bouwmarkt in Wateringen.

De verdachten waren daarnaast in het bezit van wapens en munitie. Het gaat om een 45-jarige vrouw uit Wateringen, een 20-jarige man (haar zoon) en een 26-jarige man uit Zoetermeer, een neef van de vrouw.

Tegen de 45-jarige vrouw, die in de bouwmarkt werkte, werd 48 maanden geëist. Tegen de 20-jarige man 53 maanden (hem werd ook bezit van een alarmpistool en munitie verweten) en tegen de 26-jarige man 54 maanden (hij had een semi-automatisch vuurwapen voorhanden gehad). Daarnaast moeten de verdachten van de officier van justitie een schadevergoeding betalen van in totaal ruim €29.000,-. Daarnaast moet hen het bedrag dat zij hebben buitgemaakt, worden ontnomen.

De overval

De gewapende overval vond plaats op 15 december 2014 rond 21.50 uur. Drie mannen met een bivakmuts op drongen het pand binnen. Zij hielden vier personeelsleden onder schot en bonden hen vast. De 45-jarige vrouw was één van hen. Zij verklaarde toen tegenover de politie dat zij op weg naar huis door de mannen was overvallen, dat zij een pistool op haar hoofd hadden gezet en het pasje van de bouwmarkt van haar hadden afgepakt. Zij moest mee terug naar het filiaal. De overvallers haalden uiteindelijk twee kluizen leeg en gingen er met de buit vandoor.

De politie werd gewaarschuwd en kwam direct ter plaatse. In gesprek met het personeel gaf één medewerker aan dat er zeker mensen van binnenuit moeten hebben meegewerkt aan de overval. De overvallers wisten bijvoorbeeld welke sleutel zij nodig hadden voor de verschillende kluizen en welke sleutel nodig was voor een bepaald hek, dat was voorzien van twee hangsloten. Alleen mensen van binnenuit konden dit weten.

Verdacht gedrag

Een paar dagen na de overval, verklaarde één van de personeelsleden dat de 45-jarige vrouw zich vreemd had gedragen, zo was zij eerst erg overstuur na de overval maar vlak daarna leek ze alweer helemaal gekalmeerd. De vrouw werd tijdens de overval op de grond gelegd, terwijl het andere personeel op de grond werd gegooid. De politie en meerdere personeelsleden herkenden in de neef van de vrouw in één van de overvallers. Hij zou een opvallend loopje hebben. Tegen de zoon was belastend bewijs in de vorm van telefoongegevens.

Bewijs

Telefoongegevens wezen ook uit dat alle verdachten die dag meerdere keren telefonisch contact met elkaar hadden. Toen de telefoons van de verdachten na de overval werden afgeluisterd, bleek dat ze met elkaar praatten over de overval. Ernst De officier van justitie gaf ter zitting aan dat bij overvallen als deze slachtoffers nog lange tijd psychisch en fysiek last kunnen hebben van de traumatische gebeurtenis. De officier verwijt het de verdachten dat zij alleen maar denken aan hun eigen winst: snel geld verdienen zonder na te denken over de gevolgen van de slachtoffers