Samenwerking bij diepere aardwarmteprojecten

Westlanden 06.03.2012 - De gemeenten Westland en Midden-Delfland, FloraHolland, afval- en energienutsbedrijf HVC, Westland Infra, twee telerscombinaties en Delft Aardwarmte Project.....

gaan intensief samenwerken om (financiële) steun en draagvlak te krijgen voor aardwarmteprojecten die betrekking hebben op de diepe ondergrond (Trias-laag, ca. 4.000 meter). Hiertoe ondertekenen zij op 8 maart a.s. een intentieovereenkomst. Doel van de samenwerking is belemmeringen weg te nemen en de slagingskans van de Trias-projecten te vergroten.

Aardwarmteprojecten gaan gepaard met aanzienlijke geologische en financiële risico's. Met name de boringen in de Trias-zandsteenlagen zijn zeer kostbaar (rond de € 25-30 miljoen), terwijl er weinig ervaring is met het boren op een dergelijke diepte. In Westland en Midden Delfland zijn er drie Trias-projecten: Flora Holland (HVC, Flora Holland en Westland Infra), Noordland & kapittelland (24 tuinders met ondersteuning van HVC) en Oudcamp (7 tuinders).

Deze initiatieven hebben een sterk innovatief karakter. Dit betekent dat er voor een aantal organisatorische, technische, juridische en financiële aspecten geen standaardoplossingen bestaan. Overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen zullen intensief moeten samenwerken om deze projecten te laten slagen.

Voldoende voor 30 jaar

Onder Westland liggen twee grondlagen die geschikt zijn voor het boren naar aardwarmte: de Onder Krijt Zanden (ca. 2.400-2.800 meter) en de Trias-lagen. Uit geologisch onderzoek van T&A Survey is gebleken dat er in de ondergrond nagenoeg voldoende aardwarmte is om Westland voor een periode van minimaal 30 jaar van warmte te voorzien. Er wordt op dit moment al geboord naar warmte uit de Onder Krijt Zanden (initiatiefnemer Green Well Westland).

Subsidies en borgstellingsfondsen

De gemeente Westland streeft ernaar de meest duurzame glastuinbouwgemeente van Nederland te worden. Aardwarmteprojecten dragen hier in belangrijke mate aan bij. De gemeente wil ondernemers faciliteren in deze projecten. Daarbij kan worden gedacht aan het vereenvoudigen van regelgeving en wetgeving, het koppelen van kennisinstellingen aan ondernemers en het inzetten van financiële instrumenten. Het gaat concreet om het verkrijgen van subsidies maar bijvoorbeeld ook om borgstellingfondsen.

Van de deelnemende ondernemers wordt verwacht dat zij het risico nemen en de uitvoering van de projecten ter hand nemen. Doordat de ondernemers gebruik kunnen maken van subsidies en borgstellingsfondsen kunnen zij eenvoudiger en goedkoper risicokapitaal aantrekken van financiële instellingen.