Antwoord college op zienswijze windmolenpark Noordzee

Westland 27.04.2016 - De fractie Westland Verstandig heeft in maart collegevragen gesteld over de wenselijkheid alsnog

formeel protest in te dienen tegen de komst van een windturbinepark in de nabijheid van het Westlandse strand en het aanleggen van een transportleiding onder- en gedeeltelijk bovengronds van Kijkduin naar Wateringen door het Westlandse gebied.

Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw "Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013", beantwoorden zij deze vragen.

Vraag 1

Waarom heeft het College geen zienswijze ingediend en laat zij blijkbaar de milieueffect-rapportages opmaken zonder dat daarbij het manifeste belang van Westland betrokken wordt?

Antwoord 1

Zoals wij bij de beantwoording van de artikel 26 vragen van de fractie Westland Verstandig van 8 maart 2016 hebben aangegeven, hebben wij tijdig een zienswijze ingediend.

Wij hebben geen zienswijze ingediend met betrekking tot de notitie voor de kavelbesluiten I en II. Deze kavelbesluiten hebben betrekking op 2 windparken buiten de 12 mijlszone. Op 12 zeemijl uit de kust zijn de windmolens beperkt waarneembaar en de huidige rijksstructuurvisie maakt de realisatie van windmolenparken op die afstand uit de kust al mogelijk. Het is naar ons oordeel niet zinvol om daar tegen te ageren.

Vraag 2

Wat is uw College van plan om hier nog verder aan te gaan doen?

Antwoord 2

Wij wachten de milieueffectrapportages af.

Vraag 3

Destijds heeft de wethouder afgesproken dat hij in overleg blijft met de gemeenten die eenzelfde belang hebben en die wel in deze actief zijn. Wat is er van dat overleg terecht gekomen en welke acties zijn concreet ondernomen of zullen ondernomen worden?

Antwoord 3

Zoals wij bij de beantwoording van de artikel 26 vragen van de fractie Westland Verstandig van 8 maart 2016 hebben aangegeven, hebben wij onderzocht of het zinvol is deel te nemen in de Stuurgroep Maritieme Windparken. Deze stuurgroep is van mening dat alle windmolenparken op zee, dus ook de parken net buiten de 12 mijlszone, moeten worden gerealiseerd op de locatie “IJmuiden Ver”; dat is op grofweg 40 zeemijl (74 km) uit de kust. Zoals wij hierboven ook al hebben aangegeven, zijn de windmolens op 12 zeemijl uit de kust beperkt waarneembaar en maakt de huidige rijksstructuurvisie de realisatie van windmolenparken op die afstand uit de kust al mogelijk. H

et is naar ons oordeel niet zinvol om daar tegen te ageren. Daarnaast worden de meerkosten voor dit alternatief IJmuiden Ver voor het Rijk geraamd op circa € 3 miljard. Wij beperken ons daarom tot het kenbaar maken van bezwaren tegen het verkleinen van de afstand tot minder dan 12 zeemijl.

Verder zijn wij aangesloten bij KIMO, een vereniging van gemeenten met gemeenschappelijke belangen op en aan de Noordzee. Het aandachtsgebied van deze organisatie omvat de Noordzee, de kustwateren en het overgangsgebied van land naar zee.

Ook nemen wij deel aan het Provinciaal Overleg Kust van de provincie Zuid-Holland, waarin overleg plaatsvindt tussen de provincie, de kustgemeenten en de betrokken waterschappen.

Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.

Burgemeester en wethouders van Westland,

de secretaris,                       de burgemeester,