Hoekenezen gepasseerd met overeenkomst kustontwikkeling

Hoek van Holland 02.02.2018 - Hoekenezen bepalen hoe de kust van Hoek van Holland eruit komt te zien. En niet D66- wethouder Pex Langenberg.

Dat stelt de Rotterdamse VVD-fractie naar aanleiding van een brief over de kustontwikkeling van Hoek van Holland. ‘Daarin staat te lezen dat de wethouder – op eigen houtje – een overeenkomst heeft gesloten met Stichting Duinbehoud en Stichting Westlands Natuur,’ laat VVD-fractievoorzitter Jan-Willem Verheij weten. ‘Zonder enige vorm van overleg met bewoners, ondernemers de gebiedscommissie Hoek van Holland en de Rotterdamse gemeenteraad. Dat is écht not done. Zo werkt democratie dus niet.’

Met de overeenkomst hoopte de wethouder de inrichting van het gebied tussen het Noorderhoofd, de Zeekant, de Badweg en de Strandweg flink naar zijn hand te kunnen zetten. Dit ten koste van bewoners en ondernemers. Verheij: ‘Met bewoners en ondernemers wordt al jaren gesproken over het ontwikkelen van toerisme van Hoek van Holland. Het plan dat er nu ligt, is om van Hoek van Holland een vierseizoenenbadplaats te maken. Dat de wethouder – zonder de Hoekenezen vooraf te consulteren – zomaar een overeenkomst sluit, kan gewoon echt niet. Daarom hebben wij een motie ingediend om bij het maken van het bestemmingsplan de nog vast te stellen toeristische visie als uitgangspunt te hanteren en niet deze overeenkomst met Stichting Duinbehoud en Stichting Westlands Natuur.’

Een ruime meerderheid van de Rotterdamse gemeenteraad stemde voor de motie van VVDraadslid Verheij. Zo schaarden onder meer de PvdA, het CDA én Leefbaar Rotterdam zich achter de motie van de liberaal. Volgens Arjen van der Lugt, die namens de VVD actief is in Hoek van Holland, is de motie een helder signaal richting de wethouder. ‘Glashelder zelfs. Bewoners, ondernemers en gebiedscommissie moeten gaan over de inrichting van Hoek van Holland. Juist zij weten wat goed is voor onze prachtige badplaats. Juist zij weten hoe je dit gebied een toeristische impuls zou kunnen geven zónder dat het ten koste gaat van de natuur.’