Komst AZC Wateringen naar Lierseweg nog niet zeker

Wateringen 08.09.2016 - De fractie GBW heeft in juli collegevragen gesteld over de aanvraag voor een omgevingsvergunning aan de De Lierseweg in Wateringen.

Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw "Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013", beantwoorden zij deze vragen.

Vraag 1

GBW heeft geconcludeerd dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning niet voldoet aan de gestelde eisen met name inzake de ruimtelijke onderbouwing. Bent u dit met de fractie van GBW eens? Zo, ja laat u dit de aanvrager weten zodat deze aanvraag niet ontvankelijk is en dus wordt afgewezen?

Antwoord 1

Bij het indienen van de aanvraag is inderdaad gebleken dat niet alle relevante informatie is aangeleverd. Zoals gebruikelijk in dat soort procedures, worden de indieners (particulieren en of ondernemers) in de gelegenheid gesteld om binnen een bepaalde termijn de aanvraag aan te vullen. Het afwijzen van de aanvraag is deze fase niet aan de orde. 

Vraag 2

In de reactie van de gemeente op onze vraag over de ontbrekende ruimtelijke onderbouwing lezen wij dat er ambtelijk overleg is met de aanvrager over de ruimtelijke onderbouwing. Dit is niet conform de toezegging. Deelt u onze mening dat er geen ambtelijke inzet gepleegd mag worden om de ruimtelijke onderbouwing te completeren? Indien u het niet met de fractie van GBW eens bent dan handelt u in strijd met uw schrijven van 22 maart.

Antwoord 2

Zoals gebruikelijk in dit soort processen, is er inderdaad  ambtelijk overleg met de aanvrager over het completeren van de ruimtelijke onderbouwing. Dit past ook binnen de toezegging van het college om in dit traject een faciliterende rol op te pakken. Een en ander neemt niet weg dat de initiatiefnemer verantwoordelijk is voor de ruimtelijke onderbouwing en dus inspanningen moet plegen om aan te tonen of de opvanglocatie inpasbaar is in de omgeving, bijvoorbeeld door akoestisch onderzoek te laten uitvoeren.   

Vraag 3

Nu ook het COA aangeeft voldoende opvang te hebben en er meer dan genoeg bedden zijn, bent u dan met ons van mening dat, gezien de gevoeligheid binnen de gemeenteraad en de reacties onder onze inwoners voor dit AZC, het college het hele plan voor opvang in het “Polenhotel” zou moeten staken?

Antwoord 3

Duidelijk moet zijn dat hier sprake is van een plan van een lokale ondernemer in samenspraak met het COA. Uiteraard is nut en noodzaak een belangrijk element bij het laten doorgaan van dit plan. Het gegeven dat de asielinstroom is afgenomen, is inderdaad een nieuwe feit en kan gevolgen hebben voor de totale behoefte van opvanglocaties (in heel Nederland). In dit verband wordt door de landelijke regietafel gewerkt aan een afwegingskader om alle locaties en plannen te bezien. Dit wordt verder voorgelegd aan de regionale tafels om op regioniveau de opgave te kunnen vaststellen. Het college wil graag de uitkomst hiervan afwachten om de nut en noodzaak te kunnen beoordelen. Naar verwachting is de uitkomst van de regietafels in de maand september bekend.

Vraag 4

Is uw college met ons eens dat in de ruimtelijke onderbouwing had moeten worden aangetoond bedrijven op het desbetreffende bedrijventerrein nooit hinder mogen ondervinden in hun exploitatie bij realisatie van het AZC? Nu de ruimtelijke onderbouwing niet volledig is, is aan deze voorwaarde niet voldaan en hebben bedrijven dus niet de zekerheid om hun bedrijfsvoering in de toekomst ongehinderd voort te zetten. Met name deze zekerheid was voor een aantal fracties doorslaggevend om hun steun aan uw college plan te geven.

Antwoord 4

De beoordeling van de aanvraag is nog gaande. Het college is nog steeds van mening dat een eventuele omgevingsvergunning voor een AVO niet mag leiden tot beperkingen in de bedrijfsvoering van de omliggende bedrijven. De objectieve maatstaf om dit te borgen zijn de reeds verleende vergunningen aan die bedrijven. Daar zullen geen veranderingen in komen.

Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.

Burgemeester en wethouders van Westland,

de secretaris,                       de burgemeester,

------------------------------------------ 

De fractie VVD heeft in juli collegevragen gesteld over de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor een AVO aan de De Lierseweg te Wateringen.

Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw "Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013", beantwoorden zij deze vragen.

Vraag 1

Bestaat de mogelijkheid dat de vergunning van rechtswege wordt verleend nu de afhandeling niet binnen de gestelde termijn tijdens het zomerreces plaatsvindt?

Antwoord 1

Nee. De Wabo geeft het bevoegd gezag, in dit geval het college, de mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen met maximaal 6 weken.  

Vraag 2

Hoe verlopen de besprekingen met het COA ter uitvoering van de motie D66/VVD.

Antwoord 2

In de gesprekken met het COA hebben wij de wens zoals verwoord in de motie aangekaart. Het  COA staat hier positief tegenover en overweegt een landelijke lijn te ontwikkelen. Het is echter een wens van heel veel gemeenten, die mee willen werken aan opvang. Het COA heeft wel een aantal praktische bezwaren, die te maken hebben met onder meer de sturing op de samenstelling in de opvanglocaties, gezinshereniging en de beschikbaarheid en het tijdig plaatsen van de vergunninghouders.

Vraag 3

Krijgt de raad de gelegenheid wensen en bedenkingen te uiten op de uitkomsten van dit overleg?

Antwoord 3

Het college voert de gesprekken met het COA rekening houdend met de reeds door de Raad ingebrachte wensen en bedenkingen (zie brief van 22 maart jl.). Deze zijn kaderstellend voor de uitkomst van die onderhandelingen. Een extra ronde wensen en bedenkingen achten wij niet nodig.

Vraag 4

Hoe garandeert de aanvrager van de omgevingsvergunning dat de op het bedrijventerrein gevestigde ondernemers op geen enkele wijze gehinderd worden in hun bedrijfsvoering?

Antwoord 4

De meest  objectieve maatstaf voor deze garantie is het gegeven dat reeds verleende vergunningen aan die bedrijven op geen enkele wijze worden gewijzigd. Daarnaast worden afspraken gemaakt rondom leefbaarheid in en rondom het gebouw om overlast te voorkomen.

Vraag 5

Wat is uw visie op de aangevoerde bezwaren tegen een andere invulling van het hotel, namelijk asielzoekers/statushouders en geen arbeidsmigranten?

Antwoord 5

Wij begrijpen de zorg die sommige bedrijven hebben bij het tijdelijk wijzigingen van de functie van het gebouw. Het college is echter van mening dat de beoogde functiewijziging geen gevolgen heeft voor de (bedrijfsvoering) van omliggende bedrijven.  Of dit daadwerkelijk zo is zal de toetsing van de vergunningsaanvraag moeten uitwijzen.

Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.

Burgemeester en wethouders van Westland,

de secretaris,                       de burgemeester,